Hij had gelijk, hij had het __ aan zijn kant.
De eerste «Hij had gelijk, hij had het __ aan zijn kant.» om de puzzel te kraken:
Het is een woord met 5 letters
De tweede «Hij had gelijk, hij had het __ aan zijn kant.» om de puzzel te kraken:
Het begint met een R
R
De derde «Hij had gelijk, hij had het __ aan zijn kant.» om de puzzel te kraken:
Het eindigt op een T
R
t
Ik wil meer tips voor de puzzel «Hij had gelijk, hij had het __ aan zijn kant.»:
Klik op een leeg vakje om een letter te zien
R
t
De oplossing van de puzzel «Hij had gelijk, hij had het __ aan zijn kant.»:
R
e
c
h
t